Naar aanleiding van het bezwijken van een galerijplaat aan de Antillenflat in Leeuwarden, is er per 1 januari 2016 een wettelijke onderzoeksplicht ingesteld voor eigenaren van woongebouwen die voor 1975 gebouwd zijn. Het doel hiervan is het controleren van de constructieve veiligheid van uitkragende betonnen vloerconstructies. Het gaat hierbij om zeer belangrijk en complex onderzoek, aangezien eventuele constructiefouten de veiligheid in het geding kunnen brengen. Daarom is een gedegen aanpak van groot belang. KPMS voert dit verantwoordelijke onderzoek uit en beoordeelt op uniforme wijze de constructieve veiligheid. Jans Popken en Johnny Onrust werken hierbij samen als een team. We spraken Jans (senior) en Johnny (junior) over de kracht van nieuwe versus oude kennis.
Verschil in leeftijd biedt verschillende inzichten
De medewerkers van KPMS staan open voor het verhaal van elkaar – ongeacht leeftijd en ervaring – en bieden daarmee ruimte voor ieder zijn inbreng. Een gegeven wat resulteert in verschillende inzichten. “Als schoolverlater ben ik ’vers’ van de pers en daarmee op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op opleidingsniveau, zoals onderzoeken, rapporteren en samenvatten”, aldus Johnny. “Bij de ‘ervaren’ senior merk je in sommige gevallen dat deze nog terugvalt op zijn traditionele manier van werken en denken.” Waar Johnny in feite dus nog een onbeschreven blad is, komt er bij Jans een stuk meer (levens)ervaring om de hoek kijken: “Johnny is erg onbevangen, die stapt overal fris op af. Ikzelf denk vanuit mijn ervaring meestal goed na over hoe mensen op zaken reageren; ik weet goed hoe ik iets moet brengen in het contact met klanten”, vertelt Jans.
Leren van elkaar
De combinatie van deze (soms) verschillende denkwijzen leidt tot een oplossing voor elke situatie of probleem. Johnny: “we kunnen kritisch naar het werk van de ander kijken en dit gezamenlijk doornemen. Er is daadwerkelijk ruimte om de opmerkingen van elkaar te verwerken of toe te passen en dit leidt tot beter resultaat.” De mannen hebben in dit opzicht dus een positieve uitwerking op elkaar. “We leren zeker van elkaar”, aldus Jans. “Johnny is ontzettend enthousiast maar mist nog een stukje praktijkkennis. Aan de andere kant weet hij weer veel van over de gang van zaken buiten de praktijk, bijvoorbeeld op het gebied van theorie en onderzoeken. Zo vullen we elkaar dus goed aan in onze samenwerking.”
Synergie in denken
Los van de verschillen is er ook een synergie te ontdekken in de denkwijze van de Jans en Johnny. Zo worden oplossingen gezamenlijk uitgedacht tot een uitvoerbaar én goed werkbaar plan. Zo geeft Johnny het voorbeeld van het rapporteren van bepaalde werken: “op zo’n moment denken we echt samen na over hoe we het systeem kunnen vereenvoudigen door het bijvoorbeeld te automatiseren.”
De meerwaarde van het combineren van de ‘onervaren’ junior met de ‘ervaren’ senior
De verschillende invalshoeken brengen dus verschillende ervaringen bij elkaar; zo komt de theorie mooi samen met de praktijk waaruit de beste conclusies getrokken worden. Jans legt uit: “Wanneer je bepaalde gegevens interpreteert, moet je niet alleen naar de resultaten kijken maar ook stilstaan bij wat er echt gebeurt. Hoe is iets gemaakt, hoe wordt het gebruikt? Iemand met veel ervaring staat daar eerder bij stil dan iemand die net van school komt en nog vooral afgaat op resultaten vanuit metingen.” Voor de juiste interpretaties is de samenwerking tussen deze twee dus erg belangrijk. Johnny beaamt dit: “Door de volle rugzak aan kennis en ervaring van Jans in combinatie met mijn kneedbaarheid en creativiteit vormen we een heel goed team, waarbij we ook nog veel leren van elkaar. Kortom: “Mooi werk is teamwerk!’’